Schinveld 25 december 2024
Beste medechristenen,
Als een kind geboren wordt is er bij heel wat ouders grote blijdschap. Familie, vrienden en goede bekenden worden uitgenodigd voor een bezoek. Er is zelfs een babyborrel om een grote groep mensen te kunnen ontvangen. Heel vaak blijkt dat de mensen niet voor de baby komen maar voor de ouders. En voor velen is dit een eenmalig bezoek. Er zijn weinig mensen die daarna nog aandacht blijven hebben voor het kind, want het leven gaat verder. De mensen die het kind blijven volgen zijn natuurlijk de ouders, opa en oma, peettante en peetoom en goede huisvrienden. Ze blijven geïnteresseerd in de toekomst van het kind: niet alleen hoe het groeit, maar ook de vorderingen die het maakt op allerlei gebied. Ze voelen zich betrokken bij problemen die er kunnen komen zoals ziekte, moeilijkheden en beperktheden. Die kleine groep wil maar één ding: dat dit kind gelukkig wordt. En als ze iets voor dit kind kunnen betekenen, dan zullen ze er alles aan doen om zo’n kind geluk en liefde te geven.
Wanneer wij vandaag het geboortefeest vieren van Jezus, is het de vraag of het Kerstfeest alleen maar zo iets is als babyborrel met alle gezelligheid van dien. Of dat wij bereid zijn het Jezuskind te blijven volgen in zijn ontwikkeling en levensopdracht en daarin mee gaan. Op die manier kan ons geloof in Hem blijven groeien. Waarschijnlijk zijn de herders voorbijgangers die het kind Jezus voor de eerste en laatste keer bezoeken. Zij staan symbool voor de eenvoudige mensen die wel oog hebben voor dit kind, maar verder geen rol meer spelen in het levensverhaal van Jezus. Ook de engelen zijn eenmalig wanneer ze blijmoedig in de lucht het gloria in exelcis laten klinken. Pas wanneer Jezus gestorven is komt er weer een engel aan te pas: de Heer is niet hier, hij is verrezen. Dat geldt ook voor de drie wijzen uit het Oosten die gekomen zijn om Hem te bezoeken. Hun geschenken verwijzen naar wie Jezus is: een dienstbare koning, van goddelijke afkomst en een met ons in de dood. Verder komen zij niet meer in het leven van Jezus voor. Toch is er ook een mooi verhaal dat niet in het evangelie staat. Maar wel alles zegt over hoe wij Jezus kunnen zoeken, volgen en vinden. Het gaat over Artaban, de vierde wijze, die op zoek ging naar Jezus. Hij had zijn huis verkocht en daarvoor een blauwe saffier, een rode robijn en een witte parel gekocht om Jezus te schenken. Terwijl de andere drie wijzen flink door liepen naar Bethlehem, werd Artaban iedere keer opgehouden omdat hij mensen in nood niet aan hun lot kon over laten. De nood van de mensen die hij tegen kwam was zo groot dat hij het kind in Bethlehem nooit heeft gezien. Zo vond hij onderweg een man, meer dood dan levend, op een eenzame plaats. Hij bleef bij hem totdat deze weer hersteld was. Toen hij in Bethlehem aankwam waren Jozef en Maria met Jezus naar Egypte gevlucht en was de grot leeg. Maar wel zag hij daar een bedroefde moeder en een soldaat die haar kind wilde doden in opdracht van Herodes. Hij gaf de soldaat de kostbare robijn op voorwaarde dat hij moeder en kind met rust liet. Daarna trok hij verder, op zoek naar plaatsen waar Jezus zou kunnen zijn. Onderweg kwam hij steeds weer mensen tegen die hem nodig hadden in hun armoede en ziekte. Uiteindelijk had hij nog maar een parel over die hij aan Jezus had willen schenken. Toen hij drieëndertig jaar later in Jeruzalem aankwam, hoorde hij daar over een Jezus, die gekruisigd werd. Hij wilde de laatste parel gebruiken om Jezus vrij te kopen. Maar in de stad zag hij dat een meisje als slavin verkocht zou worden. Hij nam de laatste parel en kocht haar vrij. Toen hij wat uitrustte bij een muur viel plotseling een zware steen op zijn hoofd. Toen zag hij Jezus voor zich die hem zei: wat je voor de minste der mijnen gedaan, heb je voor mij gedaan. Op de dag dat Jezus stierf gaf ook hij zijn leven terug aan God. Artaban staat model voor de mens die Jezus zoekt en volgt en hoopt dat hij Hem zal vinden. Artaban was een pelgrim die op reis ging die niet uitkwam bij het pasgeboren kind, maar bij de gekruisigde Jezus, de verlosser van de wereld.
Het jubeljaar dat vandaag te Rome begint heeft als motto: pelgrims van hoop. Mensen die alleen maar bezig zijn met het kwaad dat in de wereld gebeurt, komen nooit tot een blijmoedig leven. Altijd is er onvrede in hun leven omdat zij het mooie niet willen zien. Wanneer wij oog hebben voor het goede, dan komt er bij ons warmte en liefde binnen, hoop en verwachting. Zo is het ook met mensen die zich in beslag laten nemen door wat allemaal in de Kerk verkeerd is gegaan. Zij vallen af van het geloof en leven zonder hoop. Wanneer wij uitgaan van de Kerk die wereldwijd heel wat goeds gedaan voor mensen, dan heeft dat ook zijn uitwerking op ons geloof in Jezus. Wij zien hoe door contacten met wereldleiders alles gedaan wordt om vrede te bewerken. We zien hoe armen worden opgevangen en hoe kleinen en zwakken mensen niet in de steek worden gelaten. Zo blijft Jezus ook in onze tijd schitteren als een lichtpunt in de wereld. Dit geeft ons kracht om dingen aan te pakken die op dat moment nodig zijn. Zo vult ons leven zich met doelen om het leven van mensen beter maken en het geloof in God te laten groeien. Geloof, hoop en liefde komen in Jezus bij elkaar. Zonder hoop kunnen wij niet leven. Durf te geloven in het goede van de mens. En durf je toe te vertrouwen aan God die in alles ons leven ten goede leidt. In die zin wens ik u een gezegend kerstfeest toe.
Pastoor Adema